Fietszone

Een fietszone (vroeger: fietsstraat) is een zone waar fietsers op de eerste plaats komen. In een fietszone gelden specifieke regels. Fietsers bepalen er het tempo van het verkeer. Auto’s zijn er welkom, maar mogen fietsers niet inhalen. Je herkent de fietszone aan de rode wegmarkeringen en signalisatieborden.

Wat betekent dat?

  • De maximumsnelheid in een fietszone is 30 kilometer per uur voor alle weggebruikers.
  • Er geldt een inhaalverbod voor alle gemotoriseerde voertuigen. Enkel prioritaire voertuigen (met sirene en zwaailicht) mogen fietsers inhalen.
  • Fietsers mogen de volledige breedte van de rijbaan gebruiken, of de helft bij tweerichtingsverkeer.
  • Ook elektrische fietsen en speedpedelecs worden in een fietszone gezien als fietsen, al blijft ook voor hen de maximumsnelheid 30 kilometer per uur.
  • In een éénrichtingsstraat mag je in tegengestelde richting fietsen, maar je moet zo rechts mogelijk blijven (opgelet: dit geldt niet in de Marktstraat).

Waarom?

Een fietszone geeft meer ruimte aan jongere, onervaren fietsers en iets minder stabiele oudere fietsers. De fietszone moet zo bijdragen aan een meer comfortabele, veilige en fietsvriendelijke omgeving.

Wat wijzigt er niet?

Alle andere verkeersregels blijven ook in een fietszone nog steeds van toepassing. Fietsen op het voetpad is bijvoorbeeld ook in een fietszone niet toegelaten. Ook de voorrangsregels blijven nog steeds van toepassing.

Hoe herken je een fietszone?

Aan het begin van een fietszone staat een blauw verkeersbord met daarop een witte fietser en een rode auto. De fietszone eindigt bij hetzelfde verkeersbord met de fietser en de auto, maar dan met een rode streep erover.